Geschiedenis
Rijkevelde is een leengoed, een kasteel en een domein, meest in bosschen bestaande,
gelegen op Sint-Kruis (Brugge), Sysseele, Assebroucke en Oedelem.
In de inventaris van het Onroerend Erfgoed staat er te lezen dat het Domein Rijckevelde onder Boudewijn I, de eerste Graaf van Vlaanderen (864-879), afhankelijk zou zijn geweest van het aangrenzende domein van Male.
In de 12-13e eeuw wordt het gebied Sijsele sterk uitgebreid wat gepaard gaat met de oprichting van vele nieuwe hoeves.
In deze context zou ook het ‘Goed Rijckevelde’ tot stand zijn gekomen.
1451
In het stadsarchief van Brugge bevindt zich in de Civiele Sententiën van de Vierschaar een document uit 1451 met de oudste verwijzing naar het domein Rijckevelde.: ‘(...) eene stede gheheeten te Rikevelde (...)’.
1571
De oudste iconografische bron is de grote kaart van Pieter Pourbus uit 1571.
Op deze kaart wordt een rechthoekig perceel, verdeeld in twee zones, weergegeven.
In de kleine zone is een hoog gebouw met toren zichtbaar (donjon?), in de grote zone staat een lager gebouw (hoeve of heester?).
1574
De Kaart van Wateringen van de Brouk en Moerkerke-Zuid-Over-De-Leie, eveneens van Pieter Pourbus, hangt in het Rijksarchief van Brugge en dateert uit 1574.
Hierop is eveneens een rechthoekig perceel te zien met een min of meer gelijke onderverdeling waarop een hoog gebouw (met toren?) en een kleiner bouwwerk getekend zijn.
De functie van het kleiner bouwwerk is onduidelijk. Op deze kaart is de dubbele omwalling, die op de kaart uit 1571 minder duidelijk is, goed zichtbaar.
17de Eeuw
In 1650 koopt de familie de Tollenaere het landgoed van de
familie van der Burch.
Een ongedateerd kaartje in de ‘Eerste Cohier van Sijsseele, Inhoudende het eerste tot ende met het sesde beghin’ toont het ‘Speelgoet Rijckevelde’ en aanpalende gronden van de familie ‘de Tollenaere.’ Deze kaart is te dateren tussen 1650 en 1749, de periode dat familie de Tollenaere het goed in eigendom heeft.
Op het ‘speelgoet’ zien we een tekening van een bouwwerk dat lijkt op een kapel met torenspits, vermoedelijk eerder bedoeld als ‘pictogram’ van een kasteel of hofstede.
In 1656 wordt in het testament van Antheunis de Ryckere (1609-1656) de ‘hofstede ghenaemt Rijckevelde’, die hij in pacht heeft van de familie de Tollenaere, beschreven:
‘kuecken. cleene camer, grootte camer, vaute, solder boven de kuecken, solder boven d‘ hoochcamer ende daerbenevens (...) peerdestal, coeijstal, renderstal, swijpcot (...) schuere ende waghencot (...) hoff (...) landt.’
1712
Op de Fricx kaart staat Ryckevelde aangeduid als een toren (donjon?) en een lager gelegen gebouw (heester?).
1745
In 1745 wordt het ‘casteelgoet Rijckevelde’ beschreven als
‘eene groot viercante plaetse van lande met ‘t upper ende nederhof genoug ten midden daer opet lande genaemt rijkevelde’.
1777
Een volgende belangrijke icongrafische verwijzing vinden we
terug in de Atlas Ferraris uit 1777. Het ‘Chateau de Rickevelde’
bestaat uit twee omwalde percelen: een klein rechthoekig
perceel met boomgaard en een groot vierkantig perceel met
drie bouwvolumes: het ‘Chateau de Rickevelde’ en twee bij-
gebouwen, vermoedelijk de hoeve en stalling.
1808
Een kaartboek met kadastrale kaarten van 1808-1810 in het Rijksarchief van Brugge toont reeds een gewijzigde situatie.
Op het grote rechthoekige perceel (nrs. 269, 270, 271, 272 en 273) staat een vierde bouwwerk en het voormalig perceel met boomgaard (nr 274) is eveneens vierkantig en lijkt een tuin geworden.
Aan de westzijde van de hoeve is eveneens een tuin zichtbaar (nr. 271). De walgracht (nr. 268) blijft quasi ongewijzigd.
1853
In 1828 komt het goed in eigendom van de familie Wautelée wat gepaard gaat met een verbouwingscampagne.
Een lithografie van Adolphe Wautelée uit een privé-collectie toont het landgoed met de hoeve ca. 1853-1856.
We krijgen voor de eerste maal een vrij realistisch en gedetailleerd beeld van de opstanden van het landhuis (rechts) en de hoeve. De hoeve bestaat uit een aaneenschakeling van een koetshuis onder mansardedak, een hoog volume onder zadeldak, een laag volume onder zadeldak met dakkapel en nog een kleiner laag volume, eveneens onder zadeldak. Het landhuis wordt gekenmerkt door een volume van drie traveeën en twee bouwlagen onder twee wolfsdaken, een spitse toren langs de noordzijde
en een lager volume met twee niveaus onder zadeldak. Naast de toren aan de noordzijde is ook nog een deel van een trapgevel zichtbaar.
1953
De toestand van het landhuis en de hoeve uit deze periode is goed gedocumenteerd op archieffoto’s. Het landhuis is te zien op twee foto’s van het KIK-IRPA12 en op een oude postkaart.13 De voorgevel van het landhuis onderging ten opzicht van de litho uit 1853-56 reeds tal van wijzigingen. De wolfsdaken op
Het hoofdvolume zijn vervangen door zadeldaken en de ramen op de gelijkvloerse verdieping zijn gesupprimeerd door een poort. De ramen op de verdieping hebben nog dezelfde verdeling met kleinhouten en luiken als in de afbeelding uit 1853-56, de dakkapel centraal op het dak is verdwenen. Aan de voordeur is het inkomportaal uit ca.
1884 te zien. De trapgevel is verdwenen. Ook de hoeve is gedocumenteerd op de historische foto’s. Het koetshuis uit 1853-56 is nog aanwezig.
2011 - 2023
Na jarenlange verwaarlozing werd het domein in 2011 aangekocht door Laurens Vogelaers, die de eerste belangrijke stappen zette in de herwaardering van de site.
De eerste jaren lag de focus op het uitzuiveren van storende elementen, zo werden de feestzaal alsook de illegale schuur afgebroken.
De historische kastanjeboomgaard werd hersteld door enten genomen van de aanwezige eeuwenoude kastanjebomen.
In 2020 werd de functiewijziging doorgevoerd als horecazaak en ligt de focus op beleving in een historisch kader met respect voor de aanwezige natuurwaarden.
De volgende jaren worden de gebouwen verder gerestaureerd en wordt er ingezet op verblijfsbeleving waarvan de boomhutten een eerste stap zijn.
De verdere ontwikkeling van dit ambitieuze en sociale project wordt vanaf 2023 opgenomen door de patrimoniumvennootschap Makladi, die zich engageert de historische gebouwen binnen een scope van 5 jaar te restaureren en een bestemming te geven, alsook de exploitatievennootschap Ryckevelde 1451. Het brede publiek zal zo van deze unieke site kunnen genieten.